Europees TIN-ACT onderzoek brengt begrip dichterbij
Ruim 50 miljoen Europeanen hebben last van tinnitus, ofwel oorsuizen. Onder hen één miljoen Nederlanders. Voor een op de tien van hen is de hinder zelfs bijna ondraaglijk. Voor tinnitus bestaat (nog) geen genezing.
Een groot Europees onderzoek naar de oorzaken en mogelijk nieuwe behandeling van tinnitus brengt het begrip dichterbij en komt dit jaar nog met enkele resultaten. Het onderzoek startte in 2017 en de coördinatie is in handen van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
TIN-ACT staat voor Tinnitus Assessment Causes and Treatment. Onderzoekers in Nederland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland hebben de afgelopen jaren met MRI- en EEG-scans onderzoek gedaan naar afwijkingen in hersenactiviteit van mensen met tinnitus.
Tinnitus afwezig bij hersens ‘die zich beter aanpassen’
Tinnitus is een aandoening waarbij de patiënt voortdurend een doordringend geluid hoort. Alleen in zijn of haar hoofd, want daarbuiten is het er niet. Het kan allerlei vormen aannemen: een pieptoon, een bromtoon, gezoem, gesis of getik. Het is niet alleen onaangenaam, het kan ook leiden tot gezondheidsproblemen: concentratieverlies, slapeloosheid, angstgevoelens en zelfs depressie.
De meeste ‘meetbare’ kennis rondom tinnitus kwam tot nu toe uit proefdieronderzoek. Daar bleek dat als je een dier slechthorend maakte, dat de hersenactiviteit juist toenam. Tot nu toe werd dan ook gedacht dat de hersenen van mensen met oorsuizen er als het ware ‘een tandje bijzetten’ en gingen overcompenseren om het verlies aan geluid goed te maken.
Maar hoewel er nog heel veel onduidelijk is en wetenschappers binnen TIN-ACT er nog niet eenduidig over zijn, lijken er steeds meer bewijzen te zijn dat de hersenen van slechthorenden zónder tinnitus zich vooral beter aanpassen aan de veranderende situatie met minder geluid. En dat die aanpassing bij mensen die wel tinnitus ontwikkelen incompleet lijkt.
Therapie voor tinnitus richten op ‘aanpassing’
Hoe het ontwikkelen van tinnitus precies in zijn werk gaat, is nog steeds onduidelijk. De verwachting is, dat de behandelingen zich nu kunnen richten op een manier om die aanpassing alsnog te bewerkstelligen, ‘compleet’ te maken dus. Therapieën zijn nu vooral gericht op acceptatie door de patiënt. Door een combinatie van gehoortraining en gedragstherapie leren patiënten om met de tinnitus om te gaan.
Tot nu toe is er geen manier om de aanwezigheid van tinnitus en de ernst ervan bij een patiënt objectief te meten. Het is belangrijk dat dat wél kan: alleen dan kunnen veranderingen als gevolg van een behandeling worden gemeten. Australische onderzoekers zijn er recent in geslaagd om via zuurstofmetingen in de hersenen uit een groep proefpersonen de groep mensen met tinnitus te onderscheiden van de mensen zonder.
Maar bij tinnitus treden veranderingen op in de hersenen die ook te zien zijn bij mensen met een gehoorbeperking, dus je weet nooit zeker wat het gevolg is van de tinnitus en wat van de gehoorbeperking.
Week van het oorsuizen begin februari
Daarnaast krijgen niet alleen slechthorenden tinnitus. De klachten komen ook voor bij mensen met een prima gehoor. Deskundigen kunnen dat niet goed verklaren. Een voorzichtige gedacht is dat tinnitus hier een voorbode is van gehoorverlies.
Stichting Hoormij organiseert van 1 tot en met 7 februari 2021 de Week van het Oorsuizen. En geeft dan online informatie over onder meer vormen van behandelingen, tips over omgaan met tinnitus en ervaringsverhalen.
Lees meer op Tinact.eu.